Het begint met een paar dagen ziek thuis, oververmoeid. Een week ertussenuit, even bijslapen en we kunnen weer door. Helaas, de waarheid achterhaalt de illusie. Een burn-out ontstaat niet na een (korte) periode van hardwerken en is ook niet in diezelfde tijd opgelost. Structureel over grenzen heengaan en het ontkennen van eigen behoeften, zijn een voedingsbodem voor een burn-out. Niet alleen een probleem voor de uitvaller, ook voor de organisatie! Een uitgevallen medewerker kost namelijk veel geld. 

Harde werkers 

Lui en niet willen werken. Helaas zijn er nog steeds misverstanden als het gaat om een burn-out. Het tegendeel is waar. Mensen die te maken krijgen met een burn-out zijn vaak juist de medewerkers die hard werken. Die ontzettend hun best doen en blijven doorgaan. Ze kennen geen ‘nee’ en er lijkt altijd ruimte te zijn voor een volgende uitdaging. Zet er ‘te’ voor en je ziet het risico op burn-out toenemen. Te hard werken, te hard hun best doen, te hard willen presteren.

De grote valkuil is, wanneer een burn-out een herhalend patroon wordt.

Opgebrand  

De grote valkuil wanneer een burn-out niet vanaf het begin goed wordt aangepakt, is dat het een herhalend probleem wordt. Heeft de medewerker een periode flink uitgerust? Misschien een paar sessies bij een psycholoog gehad? Dan bestaat de valkuil dat hij of zij weer op de oude voet verdergaat met (te) hard werken zodra het oude energieniveau weer terug is. Met als gevolg dat de burn-out even hard weer terugkomt. En zo kan er een cyclus ontstaan van werken en opgebrand raken. 

De energietank 

Iedere keer wanneer iemand (te) hard aan het werk is, wordt roofbouw gepleegd op het energiesysteem. Vaak hebben we dit niet eens in de gaten. We kunnen namelijk best lang op onze reserves doorgaan. Zie het als een energietank, waarbij iedere dag iets meer energie wordt verbruikt dan aanwezig is. Met als gevolg dat de reserve-energietank wordt aangesproken. Langzaam ontstaan lichamelijke en emotionele signalen. Moeilijk slapen, hoofdpijn en emotionele instabiliteit. Een weekendje rust om bij te tanken lijkt kort effect te hebben, maar de harde werker blijft de reservetank aanspreken. Tot de tank leeg is. Vaak heel onverwachts, is het alsof het lampje uitgaat. De energie is op, de reserves zijn uitgeput.

Functioneren op energie of adrenaline, helaas merken we geen verschil.

Energie of adrenaline? 

De reserve-energie die wordt aangesproken komt uit een andere bron dan het reguliere energiesysteem, namelijk de HPA-as. Dit is een bepaald stresssysteem wat in ons lichaam aanwezig is. Verbruiken we meer energie dan we hebben, dan gaat de HPA-as zijn werk doen. Dit systeem produceert adrenaline, waarmee we kunnen blijven functioneren. Functioneren gaat dus niet meer op basis van het reguliere energiesysteem, maar op adrenaline. Op deze manier wordt roofbouw gepleegd op het lichaam. 

Herken de signalen 

Het is lastig om de eerste signalen van een naderende burn-out te herkennen. Functioneren op energie of adrenaline, helaas merken we geen verschil. Eén van de signalen wanneer adrenaline in plaats van energie wordt aangesproken, is verschijnselen van slapeloosheid. Stel je maar eens voor dat je lichaam continu adrenaline blijft aanmaken om te kunnen blijven functioneren. Ontspannen wordt dan steeds moeilijker. Met als gevolg steeds vroeger wakker worden, midden in de nacht een paar uur wakker liggen, of zelfs helemaal niet meer inslapen. Vermoeidheid komt op een punt dat het zelfs niet meer wordt ervaren.

Wat is er echt aan de hand? 

Heeft een medewerker te maken met een burn-out? Dan is het essentieel om de reservetank eerst aan te vullen door zoveel mogelijk rust te nemen. Wanneer de reserves zijn aangevuld, volgt een traject om te onderzoeken wat de oorzaak van de burn-out is. Waarom krijgt de ene harde werker namelijk wel een burn-out en de ander niet? Om herhaling te voorkomen, is het van essentieel belang om te onderzoeken waardoor de burn-out ontstaat. 

FlowMasters begeleidt organisatie en individu bij het vroegtijdig signaleren van “uitvallers” en integratietraject. Vanuit het individu en het geheel werken we naar het vergroten van duurzame inzetbaarheid als stevig fundament in de organisatie.

Lees meer over het traject ‘Vitaliteit en preventie’.